Oefenen met de NIO? Niet doen!

Als uitgever van de NIO maken wij bezwaar tegen het oefenen met de NIO voorafgaand aan de testafname. Hiervoor zijn drie belangrijke redenen:
- De normering van de NIO is gebaseerd op leerlingen die zonder oefenen de NIO hebben gemaakt. Oefenen met de NIO (of met NIO-achtige opgaven) zorgt voor een vertekende uitslag die mogelijk 'hoger' uitpakt dan reëel is. Hoewel dit positief lijkt, kan dit schadelijke gevolgen hebben: een te hoge uitslag kan leiden tot verwijzing naar een schoolniveau dat te hoog gegrepen is voor de leerling.
- De NIO is een aanlegtest. De mogelijke schoolprestaties worden gemeten, juist door nieuwe opgaven aan te bieden. In tegenstelling tot schoolvorderingentoetsen zoals de Cito Eindtoets is de NIO een aanlegtest/intelligentietest. Een aanlegtest meet wat de leerling in huis heeft, niet wat hij/zij in 8 jaar onderwijs heeft geleerd. Een aanlegtest doet een beroep op het inzicht. Daarom krijgt de leerling met de NIO zoveel mogelijk een nieuw soort problemen en opgaven voorgelegd, opgaven die zo min mogelijk een beroep doen op aangeleerde kennis. Oefenen met de NIO (of met NIO-achtige opgaven) kan daardoor leiden tot een vertekend schooladvies.
- Oefenen met de NIO is niet nodig: tijdens de testafname worden oefenvoorbeelden bekeken en besproken. Voorafgaand aan elk onderdeel van de test neemt de testleider oefenvoorbeelden door met de leerlingen. Er is dan ruimte om vragen te stellen. Pas als de vragen zijn beantwoord, begint de testleider met de echte test.
Leerlingen met faalangst
Een veelgebruikt argument om vooraf te oefenen is dat faalangstige leerlingen worden benadeeld: dat zij minder presteren dan ze kunnen. Afgezien van de vraag of de faalangst werkelijk vermindert door te oefenen, is het natuurlijk de vraag hoe een faalangstige leerling presteert als de faalangst niet vermindert. Want hoe gaat deze leerling om met zijn faalangst als hij eenmaal op de middelbare school zit? Ofwel: bestrijdt oefenen niet alleen de symptomen, en kun je het probleem niet beter bij de wortel aanpakken?
Advies: geen oefencircus, maar ontspanning en concentratie
Zoals bij elke test geldt, is ook bij de NIO een ontspannen, geconcentreerde houding tijdens de afname het beste. Het is aan de ouders en aan de school om te helpen deze houding te vinden en te behouden. Een oefencircus helpt daar niet bij!
Bekijk ook de video over oefenen met de NIO >>
Wilt u meer weten over oefenen met de NIO? Kijk dan ook eens op www.niooefenen.nl.
Of download de NIO ouder-/leerkrachtbrochure >>