Whitepaper NPV-2-R

Dr. Dick P.H. Barelds
De NPV-2-R: voor een gedetailleerder beeld van iemands persoonlijkheid
De Nederlandse Persoonlijkheidsvragenlijst-2 (NPV-2) is een veelgebruikte zelfrapportagevragenlijst voor het meten van persoonlijkheidseigenschappen bij adolescenten en volwassenen. De vragenlijst kan onder meer worden gebruikt in de ggz, het onderwijs en de HRM. De vragenlijst meet Neuroticisme-Emotionele Stabiliteit (Inadequatie), Sociale Angst (Sociale Inadequatie), Rigiditeit, Verongelijktheid, Egoïsme (Zelfgenoegzaamheid), Dominantie en Zelfwaardering. De test is door zijn grote voorspellende waarde een zeer geschikt instrument om de persoonlijkheid van de cliënt in beeld te brengen.
Nieuw: subschalen die helpen bij de interpretatie
In juli 2014 verscheen een herziening van de NPV-2: de NPV-2-R. Met het verschijnen van de NPV-2-R Handleiding, de herziening van de NPV-2 Handleiding, is het mogelijk geworden om, naast de al bekende schaalscores, ook enkele subschaalscores te berekenen. Deze subschaalscores kunnen een meer gedetailleerd beeld geven van iemands persoonlijkheid. Zo blijkt bijvoorbeeld dat in selectiesituaties de gemiddelde scores op de schaal Rigiditeit amper afwijken van de gemiddelde scores in de algemene bevolking, terwijl op de subschalen van Rigiditeit wel verschillen worden gevonden. In selectiesituaties presenteren personen zichzelf als meer ordelijk (hogere scores op de subschaal ORD), maar ook als meer flexibel (lagere scores op de subschaal FLE). Deze effecten heffen elkaar nagenoeg op wanneer alleen naar de totaalscore op Rigiditeit wordt gekeken.
Casus
Ook in andere situaties kunnen de subschaalscores soms meer informatie over een persoon geven. Ter illustratie wordt hier kort een casus beschreven van een 41-jarige man met vage psychische klachten die in het kader van een diagnostisch onderzoek bij een eerstelijnspsychologenpraktijk de NPV-2-R invult. Daarbij worden de volgende ruwe scores gevonden:
Tabel 1: Ruwe scores NPV-2-R1
Een eerste vergelijking van de ruwe schaalscores met de nieuwe normgroep Algemeen levert het volgende op:
Tabel 2: Genormeerde score per schaal van de NPV-2-R
Bij deze man worden afwijkende scores gevonden op de schalen Inadequatie of Neuroticisme (IN), Sociale Inadequatie of Sociale Angst (SI), Verongelijktheid of Vijandigheid (VE; allemaal hoge scores) en op de schaal Zelfwaardering (ZW; lage score). Deze man zou op basis van deze schaalscores globaal kunnen worden omschreven als iemand die emotioneel instabiel, depressief en gespannen is, die introvert is en zich angstig voelt in sociale situaties, die achterdochtig en vijandig tegenover andere mensen staat en die niet erg tevreden is met zichzelf en met zijn leven.
Wanneer men aanvullend de subschaalscores vergelijkt met die van de normgroep Algemeen, wordt het volgende gevonden:
Tabel 3: Genormeerde score per subschaal van de NPV-2-R2
Het blijkt dat de afwijkende score die wordt gevonden voor Inadequatie of Neuroticisme vooral valt toe te schrijven aan een bovengemiddelde score op de subschaal Depressiviteit (IN-D). Daarnaast blijkt dat de hoge score op Sociale Inadequatie of Sociale Angst vooral toe te schrijven is aan een bovengemiddelde score op Sociale Vermijding (SI-S). Op de Dominantieschaal (DO) werd geen afwijkende score gevonden, maar uit analyse van de subschalen blijkt deze man wel bovengemiddeld te scoren op de subschaal Autonomie (DO-A). Op basis van alleen de subschalen zou deze man kunnen worden omschreven als iemand die zich vaak depressief, onzeker en somber voelt, die koel en afstandelijk is en anderen op afstand houdt, die onafhankelijk is en zijn eigen beslissingen neemt. De scores op de schalen Verongelijktheid of Vijandigheid en Zelfwaardering, zoals hierboven beschreven, lijken hier goed bij aan te sluiten.
Conclusie
Het algemene beeld dat zo ontstaat is dat van iemand die vaak niet goed in zijn vel zit, zich ontevreden, depressief, onzeker en somber voelt, depressieve klachten ervaart en die zich daarnaast afzondert van en afzet tegen andere mensen. Dit voorbeeld illustreert hoe het gebruik van subschaalscores kan helpen om een meer nauwkeurig beeld van iemands persoonlijkheid te krijgen.
1 De afkortingen staan voor de schalen van de NPV-2: IN is Inadequatie; SI is Sociale Inadequatie; RG is Rigiditeit; VE is Verongelijktheid; ZE is Zelfgenoegzaamheid; DO is Dominantie; ZW is Zelfwaardering.
2 De afkortingen staan voor de subschalen van de NPV-2-R: IN-D is Depressiviteit; IN-A is Angst; SI-V is Verlegenheid; SI-S is Sociale Vermijding; RG-O is Ordelijkheid; RG-F is Inflexibiliteit; DO-L is Leidinggeven; DO-A is Autonomie.